Outside of a cat, a book is woman's best friend. Inside of a cat it's too dark to read


zondag 3 juni 2012

Vossenblond – Rascha Peper


Dit boek (250 p.) vond ik weer een heerlijke Rascha Peper. De lezer van mijn blog weet dat ik een fan van haar ben, dus in zoverre is er niets nieuws onder de zon. Ik moet wel zeggen dat ik met een pietsje reserve aan dit boek begon. Het zou gaan over een man die een escortdame inhuurde. Niet bepaald een onderwerp dat je als vrouwelijke lezer aanspreekt. Verder had ik gehoord of gelezen dat de plot niet zo goed in elkaar zat en uiteindelijk te wensen overliet. Ik begon dus voorzichtig.
En ja, je vraagt je wel af of je dat wilt weten: hoe een man zich verhoudt tot een voor sex ingehuurde vrouw, tot een vrouw die zich daarvoor ook laat inhuren. Bah. Maar Peper zou Peper niet zijn als ze aan dit gegeven toch geen bijzondere draai zou geven. Enerzijds zorgt ze voor een rustige basis voor het verhaal

De kaart en het gebied – Michel Houellebecq


Dit boek (332 p., vertaling Martin de Haan) las ik via een bookcrossring, en ik koos daarvoor omdat ik eigenlijk dacht dat het helemaal niets voor me zou zijn. Te hype en te intellectualistisch, die indruk had ik over Houellebecq. Wat me intrigeerde aan dit boek was de titel: heeft niet ooit een Nederlandse feministische schrijfster een boek met een vergelijkbare titel geschreven: Een kaart, niet het gebied? Ja, hoor, lang leven internet, dat was Hermine de Graaf. Of ze feministisch was, staat er niet bij, maar het boek is wel uit ‘die tijd’. Ik heb het gelezen en weet er niets meer van, zelfs niet of ik het goed vond, maar wel dat ik de titel niet helemaal begreep. Dus nam ik deze Houellebecq mee als herkansing. Wat een bof: ik vond het een geweldig boek. Wel moeilijk om uit te leggen waarom, want: waarom eigenlijk? Het verhaal stelt niet veel

Het moordende testament – Jonathan Coe


Dit boek (449 p., vertaling Marijke Emeis) heb ik meegenomen van een bookcrossmeeting omdat ik dacht/hoopt dat het van dezelfde schrijver was als The terrible privacy of Maxwell Sim (zie mijn leesverslag op http://monalisa.weblog.nl/boek-verslag/the-terrible-privacy-of-maxwell-sim-jonathan-coe-2/ ). En dat bleek te kloppen. Dit is een eerder boek van Coe en ik vond het ietsje minder goed dan Maxwell Sim, vooral omdat het bepaald niet subtiel is, maar het boek steekt wel erg goed in elkaar en ik vond het erg leuk en interessant om te lezen. Leuk, omdat het vol zit met humor. Interessant, omdat het een aantal maatschappelijke misstanden op niet al te zachtzinnige wijze aan de orde stelt.
Het boek gaat over de familie Winshaw, volgens de flap “het gemeenste, inhaligste, wreedste stelletje mes-in-de-rug-stekers en schofterige centenschrapers dat ooit over het aardoppervlak kroop”. Dit zijn de

De opwindvogelkronieken – Haruki Murakami


Dit boek las ik omdat het maandboek was van de boekgrrls. Dit schreef ik erover aan hen:

Oei, oei, grrls, vanwege de volgens mij hier volop aanwezige fans durf ik het bijna niet te zeggen, maar helaas vond ik dit niet echt een goed boek.
Ik mailde al eerder dat ik aan het boek was begonnen en dat het me aansprak. Dat was ook zo: het verhaal van/over Toru Okada, enkele jaren getrouwd, sinds kort eigenlijk huisman, die zijn kat kwijtraakt, op zoek gaat in de steeg achter zijn huis bij het huis met de put, daardoor in aanraking komt de schoolverzuimende puber May Kasahara, en ook nog eens zijn vrouw Kumiko kwijtraakt, intrigeerde me en maakte dat ik graag verder wilde lezen. En daarbij een leuke vondst: de opwindvogel, kiiiiii, kiiiiii, die de veren van de wereld opwindt, zodat ze doordraait. En dan aan het eind van deel een het lange maar bijzondere verhaal

Donor – Tomas Ross


Enthousiast geworden door De zesde mei pakte ik deze Ross (222 p.) uit de boekenkast, en las hem in een ruk uit. Goed geschreven, interessant en spannend. Aan het eind een beetje erg kort door de bocht, maar dat stoorde me niet echt. Gewoon een lekker leesboek.

De zesde mei – Tomas Ross


Wat is een betere datum om aan dit boek (294 p.) te beginnen dan 6 mei 2012? Tien jaar geleden is het gebeurd, ik weet nog precies waar ik toen was en wat ik toen deed (toen = het moment dat op radio 1 gewag werd gemaakt van de moord op Pim Fortuyn), en nu, tien jaar later, wordt het moment herdacht. Zo hoorde ik zojuist Ruud de Wild op Radio 538 (niet meer radio 3, zoals indertijd) die, enigszins onder druk van zijn medepresentatoren, herinneringen ophaalde aan het moment. Hij heeft het allemaal zien gebeuren, is zelfs zelf gewond geraakt door een schampschot, dat heb ik indertijd niet meegekregen – en het is ook niet echt

Witte tanden – Zadie Smith


Jammer, maar dit boek (vertaling Sophie Brinkman) is het niet voor mij. Waarom gaan multicultiboeken altijd over arme, domme mensen? Het lukt Smith niet me in hen te interesseren. Ik heb 101 bladzijden gelezen en het boek daarna een tijdje weggelegd. Had daarna op geen enkel moment ook maar enige neiging om het weer op te pakken. Dat zegt voldoende: dit boek kan op weg naar een volgende lezer.

Het roer kan nog zesmaal om – Maarten ‘t Hart


Dit boek (237 p.) uit 1984 behelst een soort thematische autobiografie van Maarten ‘t Hart en gaat, gelet op het jaar van uitkomen, over zijn jeugd en het begin van zijn doorbraak als schrijver. Ik vond een heerlijk om te lezen omdat ‘t Hart schrijft met de voor hem kenmerkende scherpe, relativerende humor. Daarnaast krijg je enig zicht op de kritiek die hij indertijd heeft moeten doorstaan (hij werd blijkbaar gezien als op geld beluste veelschrijver) en daardoor ook op zijn wat kleinzielig overkomende reactie daarop (niet Maarten is fout, maar de rest is fout; de waarheid ken ik niet, en ligt wellicht in het midden). Afijn, voor ‘t Hart liefhebbers – waar ik inmiddels toe behoor – is dit een heerlijk boek. Ook al omdat hij beschrijft hoe zijn

Blanche en Marie – Per Olov Enquist


Van Enquist las ik eerder Het bezoek van de lijfarts, dat ik geweldig vond (zie http://monalisa.weblog.nl/boek-verslag/het-bezoek-van-de-lijfarts-uit-jaartotaal-7156-p/ ), en De vijfde winter van de magnetiseur, dat ik redelijk goed vond (zie http://monalisa.weblog.nl/boek-verslag/de-vijfde-winter-van-de-magnetiseur-uit-jaartotaal-11266-p/ ). Maar dit boek (vertaling Cora Polet) kon me helaas totaal niet bekoren, dus ik heb het lezen na 68 bladzijden opgegeven. Het boek zou gaan over Marie Curie en Blanche Wittman, voormalig patiënt van het Salpêtrièreziekenhuis en Charcot , en later assistente/vriendin van Marie (dat laatste is als ik het goed begrijp door Enquist verzonnen). Het lijkt me erg interessant om meer te weten te komen over het leven van Marie Curie en over de zieken en de behandelingen van Charcot, maar

Een mens leeft omdat hij geboren is – Tim Krabbé en anderen

In dit kleine boekje (145 p.) staan reportages en verhalen over wat het betekent om in een oorlogsgebied te leven. De reportages zijn van bekende schrijvers/verslaggevers, de verhalen van onbekende Nederlanders die gehoor hebben gegeven aan de oproep van Artsen zonder Grenzen om iets te schrijven over ‘als er oorlog zou zijn in Nederland’. Het is een aardig boekje, maar het heeft niet echt veel indruk op me gemaakt.

Boven water – Margaret Atwood

Een intrigerend en - wat mij betreft tot tegen het einde – aansprekend verhaal (242 p.; vertaling Aris J. van Braam) over een vrouw die met haar (nieuwe) vriend en een bevriend stel teruggaat naar de plaats waar ze is opgegroeid. Die plaats is een eiland in een groot meer, waar het ouderlijk gezin van de vrouw (en vertelster) woonde in een sobere woning en zich grotendeels selfsupporting in leven hield. Ik vond het kijkje dat het boek in een dergelijk leven geeft – volgens de achterflap is Atwood zelf in soortgelijke omstandigheden opgegroeid – heel interessant, en de reden waarom de vrouw met haar vrienden naar het eiland is gegaan – haar vader, die er nog steeds woonde, is verdwenen – brengt enige spanning in het verhaal: waar is de vader gebleven, zal hij