Outside of a cat, a book is woman's best friend. Inside of a cat it's too dark to read


zondag 30 december 2012

Kijk niet achterom – Karin Fossum



Dit boek (305 p., vertaling Annemarie Smit) is een heerlijke Karin Fossum. Ik ben fan van haar sinds ik Eva’s oog las, en dit boek vond ik bijna net zo goed. Wat is Fossum toch een goede thrillerschrijfster. De spanning zit er in vanaf de eerste bladzijde, het boek leest als een trein, en Fossum heeft geen grof geweld en extreme personages nodig om de lezer te boeien. Ze doet me denken aan de boeken van Sjöwall en Wahlöö, waaraan ik hele goede herinneringen heb. Misschien moet ik die nog maar eens over lezen…

Toen de wereld nog jong was – Jürg Schubiger






Ik ben geen kinderboekenlezer maar werd tot het lezen van dit boekje (81 p., vertaling Bart Moeyaert) verleid door de mooie illustraties van Rotraut Susanne Berner.  Het boek bevat een aantal korte verhaaltjes over Hemel en aarde, Dingen en Dieren. Ze deden me denken aan de schrijfsels van Toon Tellegen en waren dus beslist aardig om te lezen, maar Tellegen vind ik beter.
Een enkel citaat:
“De maan tastte lang in het donker over wat hij moest leren. Moest hij echt gaan schijnen? Als het dag was dacht bij van niet, en als het nacht was dacht hij van wel. Omdat hij maar niet kon beslissen, deed hij allebei: hij nam toe en af, werd vol en nieuw. Hij leerde de eeuwige beweging.” (p. 15).



De besten onder ons - Helene Uri



Dit boek (404 p., vertaling Neeltje Wiersma) van de Zweedse schrijfster en taalwetenschapster Helene Uri beschrijft ongeveer een jaar uit het leven van enkele medewerkers van het Instituut voor Futuristische LinguÏstiek (oftewel Futling) van de universiteit van Oslo. Uri beschrijft op een droogkomische manier wat er daar zoal onderzocht wordt, maar ook wat er wordt afgeroddeld en gekonkeld, met scheve ogen naar elkaar gekeken en erger. Afijn, in Nederland kennen we inmiddels de affaire Diederik Stapel.
De ene hoofdpersoon van het verhaal zijn Pål Bentzen, een nieuwe wetenschappelijk medewerker bij wiens aanstelling een kundiger collega werd gepasseerd, wel iemand die zich inzet voor z’n vak, maar ook iemand die zich al te gemakkelijk laat afleiden en inpakken door vrouwelijk schoon. De andere is Edith Rinkel, een mooie, slimme maar ongenaakbare en dus bepaald niet geliefde professor. Een vrij groot deel van het boek

Kind van sneeuw – Eowyn Ivey


Dit boek (373 p., vertaling Lidwien Biekmann) las ik omdat het maandboek was van de boekgrrls. Het gaat over een middelbaar stel, Mabel en Jack, die een aantal jaren geleden een (on- of net geboren, dat weet ik niet meer precies) kind hebben verloren. Ze hebben dat niet goed kunnen verwerken en zijn daarom op initiatief van Mabel naar Alaska zijn verhuisd om daar een nieuw en ander leven te beginnen. Dat is niet gemakkelijk: de omstandigheden zijn zwaar, Jack is misschien te oud voor het zware boerenwerk – hij moet echt beginnen bij de basis, dus bij het ontginnen van het land rondom de zelfgebouwde blokhut – en de relatie tussen Mabel en Jack is niet al te best, zodat ze min of meer ieder voor zich leven in plaats

vrijdag 7 december 2012

Een nacht om te vliegeren – Renate Dorrestein


Dit boek (151 p.) was ooit het eerste van Renate Dorrestein dat ik ooit last en ik vond het indertijd helemaal geen goed boek. Gelukkig was in indertijd nog geen bookcrosser, dus bleef het boek in m’n kast staan tot ik door het lezen van Voor alles een dame wél enthousiast raakte over deze schrijfster en nu zelfs een groot fan ben. Hoog tijd dus om Een nacht om te vliegeren te herlezen. Zou het nu wel bevallen?
Nou ja, best wel. Een raar maar aardig verhaal, waarvan ik af en toe het taalgebruik niet erg sterk vond omdat ik het niet bij de personages vond passen; het was wat te grof (ik heb helaas geen geeltje bij een voorbeeld hiervan geplakt). Daarnaast zit het verhaal wel goed in elkaar en worden de draadjes van wat

De inzending - Amy Waldman



Dit boek (403 p., vertaling Thera Idema) las ik omdat het het maandboek was bij de boekgrrls. Nadat ik hen eerst had gemeld dat het wat moeizaam las, stuurde ik hen het volgende verslag:

Nou, krap een week later is het boek toch uit. Het doorlezen bleef bij vlagen wat moeizaam gaan, maar het verhaal is interessant en intrigerend genoeg om het boek uit te willen lezen, en bovendien waren er ook flinke delen van het boek die me erg aanspraken. Dat geldt in het bijzonder over het verhaal van Asma Haque. Zij is een vrouw van Bengalese afkomst en echtgenote van de door de aanslag van 9/11 overleden Inam. Ze is met hem op een toeristenvisum naar de VS gekomen, en woont dus illegaal in de wijk Kensington, waar zich een hele Bengalese gemeenschap bevindt. Ze spreekt geen Engels en heeft geen werk, maar wel een kind van Inam. En ze is dus na bestaande. Net als Claire Burwell, een rijke blanke en mooie Amerikaanse met twee kindertjes, William en Penelope, wiens man Cal is omgekomen bij de aanslag. Claire is als vertegenwoordigster van de nabestaanden lid  van een jury die – zo’n twee jaar na de aanslag – een keuze moet maken uit de inzendingen die meedingen in de ontwerpwedstrijd voor een monument dat op de plaats van de aanslag zal worden opgericht. Die inzendingen worden anoniem door de jury beoordeeld, en zo kan het gebeuren dat de wedstrijd wordt gewonnen door Mohammad Khan, roepnaam Mo, een moslim. Oei,