Outside of a cat, a book is woman's best friend. Inside of a cat it's too dark to read


vrijdag 8 februari 2013

IFFR 2013 – dinsdag 29 januari



Achteraf gezien misschien wel de beste dag van mijn festivalweek.
Ik zag:
GFP Bunny – van Tsuchiya Yutaka – 82’
36 – van Nawapol Thamrongrattanarit – 68’
Wadjda – Haifaa Al Mansour – 100’
Oh Boy – Jan Ole Gerster – 85’
Karaoke girl – Visra Vichit Vadakan – 77’

GFP Bunny – van Tsuchiya Yutaka – 82’
IFFR beschrijving:
Een geestige film over een meisje dat haar moeder vergiftigt? En ook nog waargebeurd? In Japan kan dat. De maker was in 2004 een Tiger in Rotterdam en dook toen onder. Acht jaar later en rijper is hij helemaal terug. Niet voor kijkers die niet tegen vivisectie kunnen. Microscoop op een samenleving.
Kuramochi Yuka speelt een onderzoekend meisje dat op school hardhandig wordt gepest. Is dat de reden dat ze kikkers opensnijdt, experimenteert met haar moeders goudvis en haar moeder zelfs thallium toedient? 'Dat heb je mis!', werpt ze tegen. 'Het heeft allemaal met controle te maken.' Ook protesteert het meisje wanneer de regisseur, die een geruchtmakende zaak uit 2005 als uitgangspunt nam, meedeelt het verhaal bij wijze van experiment naar 2011 te verplaatsen. 'Er is helemaal geen verhaal!'  GFP Bunny, vernoemd naar genetisch gemanipuleerde fluorescerende konijntjes, is een caleidoscopische mix van fictie, documentaire, dagboeknotities en internetvideo. De filmmaker en zijn hoofdpersoon vragen zich af wat biotechnologie, cosmetische chirurgie, surveillance, avatars, extreme piercings en nieuwe religie voor ons kunnen betekenen. De ontmoeting met een lichaamskunstenares is voor het meisje de opstap naar een onverwachte en trotse finale. GFP Bunny werd bekroond als beste film in de sectie Japanese Eyes van het Tokyo International Film Festival.
Eigen indruk:
Ik vond dit een hele goede film. Benauwend en beangstigend, maar ook realistisch. Het meisje doet allerlei experimenten (zie boven) omdat ze wil observeren, wil kijken wat er gebeurt. Ze ziet daarbij geen verschil tussen mensen en vee, en tussen haar moeder en haar hamster. Wat ze doet en ziet wordt allemaal zeer indringend in beeld gebracht, zodat zelfs het eten van vis smerig en angstaanjagend wordt. Tussendoor zie je interviews met wetenschappers, die onder ander vertellen over de (echt bestaande) GFP Bunny en andere vergevorderde medische technieken, zoals de doorzichtige kikker (totstandgekomen door fokken op de gewenste eigenschap en volgens de gebruiker ervan diervriendelijk, omdat je nu kunt zien wat er in de kikker gebeurt zonder dat je hem daarvoor open hoeft te snijden; daar zit iets in…). En bijvoorbeeld over iPS, pluripotente stamcellen, waarvoor – zo leerde de Q&A – in 2012 de Nobelprijs is uitgereikt (zie http://www.kennislink.nl/publicaties/nobelprijs-geneeskunde-voor-pluripotente-stamcellen) .
Daarnaast zie je dan weer reacties van mensen op straat op een stelling als: is plastische chirurgie ok? En genetische manipulatie? En ook komt een aanhanger van het Raëlisme aan het woord, die vertelt vóór het klonen van mensen te zijn omdat daardoor de twee oorzaken van oorlog, namelijk religie en de economie, kunnen worden uitgebannen (over het Raëlisme is wel het nodig te vinden op internet maar meer informatie over deze uitleg van de voordelen van klonen heb ik er nog niet bij gevonden; wel het boek “Mensen klonen? Ja”, zie http://evolutie.isfet.nl/downloads/cloning-nl.pdf ).
Dit alles leidt tot een interessante mix van feit en fictie, van beelden en informatie. En voor mij brengt deze film in beeld dat de mens zich er wanhopig (en wreed) van poogt te overtuigen dat er een relevant verschil is tussen het menselijk ras ‘andere dieren’ (zie over deze terminologie het korte verslag over het boek “Het dierloze gerecht” op m’n weblog: http://monalisaleest.blogspot.nl/2011/11/het-dierloze-gerecht-een-vegetarische.html). Want een chip in een huisdier of in slachtvee, dat is handig en nuttig, maar in een mens? Dat is gebrek aan respect! Want die chips zorgen voor controle over degene die gechipt is (in de film ook een klein jongetje, dat een chip aan z’n schooltas heeft, zodat z’n moeder steeds precies weet waar hij is). De film is ook een pleidooi om die controle over jezelf terug te brengen. En op dat punt geeft de film je zelfs ten laatste het gevoel van een happy end. Knap, hoor, in zo’n grimmige film.

36 – van Nawapol Thamrongrattanarit – 68’
IFFR beschrijving:
36, zoals het aantal opnamen op één analoog fotorolletje. 36 is ook het aantal shots waaruit deze film bestaat. Toch is het geen strenge film, maar een speelse zoektocht van een jonge fotografe naar de foto's die verdwenen op haar computer. Alles van een jaar is weg. Ook het beeld van die ene prikkelende ontmoeting.
De titel 36 verwijst naar het fotorolletje in het vroegere, analoge fototoestel van de filmmaker. 36 foto's telde zo'n rolletje, en het was altijd een verrassing wat er na het ontwikkelen nu eigenlijk op stond. Vaak hadden zijn foto's weinig met elkaar te maken, en vaak wist hij ook niet meer wanneer en waarom hij een foto genomen had. Regisseur Nawapol Thamrongrattanarit gebruikt het getal 36 ook voor het indelen van zijn originele, efficiënt vertelde film, die uit 36 opnamen bestaat. Iets van de willekeur van de oude fotorol - en van het geheugen - wilde de maker hiermee oproepen, al wordt het verhaal uiterst volgbaar verteld. Hoofdpersoon van deze lichtvoetige en weemoedige speelfilm is Sai. Ze is locatiescout en voor haar werk legt ze veel met haar camera vast. Op een dag blijkt de harde schijf van haar laptop gecrasht en is ze een jaar aan foto’s kwijt. Ze heeft het gevoel dat ook een deel van haar eigen geheugen is gewist en doet er alles aan om de foto’s terug te krijgen.
Op een speelse manier wordt in deze film het veranderende geheugen aan de orde gesteld. Er wordt tegenwoordig steeds meer voor ons onthouden, maar wat onthouden we zelf nog? Diep verborgen in de kapotte harde schijf bevindt zich ook het beeld van een mogelijke liefde. Een volhardende zoektocht naar de verloren digitale tijd.
Eigen indruk:
Een mooie, ‘kleine’ film. In 36 shots, dus, die statisch zijn qua locatie, dus als een foto. Maar de mensen, waaronder Sai, bewegen zich erin. En zo wordt een klein verhaal verteld over een klein stukje van Sai’s leven, een kleine, niet sentimentele lovestory. En het is een film over fotograferen en zich herinneren, en over wat foto’s betekenen voor de herinnering. Bestaat het niet als het niet op foto’s is vastgelegd? Natuurlijk! En bovendien kun je het verleden met foto’s niet terug brengen, ook al heb je er nog zo veel.  Knap hoor, om zoveel stof om over na te denken over te brengen met – zelfgekozen – zulke beperkte middelen, namelijk 36 scènes die een strak schema vormen voor de lichtvoetig gebrachte inhoud van het verhaal.
NB: sommige van de shots hebben een beroerd camerastandpunt, wat best vervelend is om naar te kijken. In de Q&A bleek dat de regisseur hiervoor heeft gekozen, zoals ik al vermoedde, omdat amateurfoto’s vaak vanuit zo’n slecht camerastandpunt zijn gemaakt. En de film stelt immers als het ware een rijtje amateurfoto’s voor…

Wadjda – Haifaa Al Mansour – 100’
IFFR beschrijving:
Wadjda is 10 jaar, woont in Saoedi-Arabië en wil een groene fiets. Haar conservatieve omgeving vindt niet dat een fiets bij een meisje hoort, maar Wadjda zet alles op alles. De eerste speelfilm ooit gemaakt in Saoedi-Arabië werd geregisseerd door de eerste vrouwelijke filmmaker van het land.
Wadjda (10) woont met haar ouders in een buitenwijk van Riyad, de hoofdstad van Saoedi-Arabië. Ondanks haar conservatieve omgeving is Wadjda een speels kind dat regelmatig grenzen opzoekt. Wanneer het meisje een mooie groene fiets wil hebben, is haar moeder daar op tegen: wat zou de gemeenschap ervan denken? Fietsen is immers niet gepast voor een meisje.
Wadjda geeft niet op en besluit het geld zelf bij elkaar te sparen. Haar moeder, die afgeleid wordt door de wens van haar man om een tweede vrouw te nemen, heeft nauwelijks door welke niet altijd even geschikte plannetjes haar dochter bedenkt om geld te verdienen.
Haifaa Al Mansour, die gezien wordt als de eerste vrouwelijke filmmaker uit Saoedi-Arabië, vertelt een intiem verhaal over een meisje met grote dromen. Wadjda staat voor vele meisjes en vrouwen uit Saoedi-Arabië. Het drama biedt een inkijk in een anders gesloten gemeenschap, met universele, herkenbare thema’s als hoop, lef en doorzettingsvermogen.
Eigen indruk (opgelet: met verklappers):
Een mooie, aansprekende film over een meisje dat zich niet wenst neer te leggen bij wat ze als meisje niet mag in de islamitische samenleving. Omdat sparen niet genoeg oplevert besluit ze zelfs mee te doen aan een koranwedstrijd, terwijl ze voorheen van de godsdienstlessen niet veel moest hebben. Maar ja, het doel heiligt de middelen ;-) Helaas werkt dit middel niet goed uit: want hoewel Wadjda – hoe onwaarschijnlijk ook – de wedstrijd wint, mag ze de prijs uiteraard niet aan een fiets besteden. Daarvoor zorgt de directrice, die eerst blij is omdat ze denkt dat de ineens zo ijverige Wadjda een modelleerling is geworden die alle vragen over de koran kan beantwoorden en hem ook nog eens heel mooi kan voorlezen, maar die woedend wordt als blijkt dat Wadjda er zo’n profane wens als het kopen van een fiets op na houdt. Dat gaat dus niet door. ‘Gelukkig’ kent de film toch een happy end. Tussen aanhalingstekens, dus. Want uiteindelijk krijgt Wadjda de fiets van haar moeder. Die was eerst fel tegen de aankoop, maar heeft inmiddels met lede ogen moeten aanzien dat haar man er – hoewel zij zich vreselijk voor hem uitslooft en hij steeds zegt dat hij haar zo mooi vindt en van haar houdt – toch voor heeft gekozen een tweede vrouw te nemen. Ik neem aan dat het kopen van de fiets symboliseert dat de moeder haar dochter een betere toekomst toewenst. Maar daar gaat het verhaal een beetje mank, vind ik. Het wordt nu een mooie Hollywoodachtige soap, maar het happy end heeft uiteraard niets met de realiteit te maken. Die wordt beter tot uitdrukking gebracht door de directrice, op het moment dat die tegen Wadjda zegt dat ze haar aan haarzelf doet denken toen ze jong was: slim en met een eigen wil. Dan zegt de directrice tegen Wadjda zoiets als: “En kijk eens waar ik nu ben?” Op het moment dat dit voorviel in de film, begreep ik het niet goed. De vrouw zegt het neutraal, dus wat bedoelt ze? Zeg je “kijk eens wat er nu van mij geworden is” op een gedeprimeerde toon, dan ben je jezelf tegengevallen. Zeg je iets dergelijks trots, dan vind je het goed wat je hebt bereikt. Welk van beide de directrice bedoelde was me niet duidelijk. Maar na afloop van de film bedacht ik dat het waarschijnlijk allebei is: de vrouw kon best trots zijn dat ze directrice was geworden van een school, maar het is uiterst treurig daar ze daarvoor haar eigen persoonlijkheid heeft moeten afleggen en zich heeft moeten schikken naar het regime van de koran, waarin vrouwen zichzelf niet mogen zijn – en een regime dat ze zelf nu om het hardst aan haar leerlingen oplegt. Terwijl haar lot ongetwijfeld ook het lot is dat Wadjda wacht: ze zal haar fiets nooit mogen gebruiken – behalve in de film…
Ik vond het dus jammer dat de film iets moois, bijna romantisch, maakt van wat eigenlijk lelijk is: de onderdrukking van vrouwen door de islam(mannen). En prompt kwam ik na de film buiten de zoveelste vrouw tegen die zich ook in ons land moet kleden als een zwarte kraai. Bah. Niks romantisch aan.

Oh Boy – Jan Ole Gerster – 85’
IFFR beschrijving:
Niko is bijna 30, ziet er goed uit, maar heeft nog absoluut niets met zijn leven gedaan. Op zekere morgen komt alles echter in een stroomversnelling: vriendin, vader, geld, studie… zelfs een kopje koffie bestellen lijkt onmogelijk te zijn geworden in het vriendelijke Berlijn.
Hoe moeilijk kan het zijn om in het Berlijn van nu - hipster hang-out nr.1 - een kopje koffie te bestellen? Erg moeilijk, zo ondervindt drop-out Niko (Duitslands it-boy Tom Schilling) op een dag.
De dag begint al in mineur bij zijn (ex-)vriendin, en vanaf dat moment gaat het alleen maar bergafwaarts. Hij raakt zijn rijbewijs kwijt na een bizarre psychologische test, zijn bankrekening is geblokkeerd, en een ontmoeting met een oud-klasgenoot pakt pijnlijk uit. Gaandeweg begint er iets te dagen bij Niko. Tot nu toe kwam hij met zijn mooie ogen overal mee weg, maar nu is het tijd om volwassen te worden.
De tragikomedie Oh Boy, gefilmd in zonnig zwart-wit, is een portret van een jongeman op de rand van volwassenheid. Op soepele wijze, geholpen door de jazzy soundtrack, loodst debuterend regisseur Jan Ole Gerster de kijker van een vrolijke slackercomedy naar een ontroerende ode aan Berlijn, haar bewoners en haar verleden.
Eigen indruk:
Mooie film in zwart-wit (dat vergeet je bijna tijdens het kijken) over een jongen die niet meedoet aan wat de maatschappij van hem verwacht. Niet speciaal uit tegendraadsheid, maar gewoon…  De kop koffie loopt door de film heen als een soort running gag, maar intussen krijg je te zien dat Niko belangstelling, affectie en mededogen heeft voor de mensen die hij min of meer toevallig ontmoet en geen druk op hem uitoefenen: zijn vriend de taxichauffeur, die het niet gemaakt heeft als acteur, de oma van een drugsdealende kennis daarvan, en de man die hij ’s nachts ontmoet in een bar en die aan hem zijn levensverhaal kwijt wil, een oorlogstrauma. Niko’s houding tegenover deze mensen geeft je het idee dat hij een goed mens is, dus kennelijk ligt het aan de maatschappij dat er nog maar zo weinig van hem geworden is. Of misschien moet hij, zoals hierboven staat, toch eindelijk eens volwassen worden?

Karaoke girl – Visra Vichit Vadakan – 77’
Karaoke is niet altijd voor iedereen even leuk. Omdat je te verlegen bent om te zingen. Of omdat je, zoals Karaoke Girl, gedwongen bent het publiek met meer dan alleen je stem te bevredigen. Deze gevoelige blik achter de schermen toont het leven van een escortgirl en de armoedige idylle waar ze vandaan komt.
Het is vaak geprobeerd en ook vaak mislukt: de vermenging van fictie en documentaire. De elegante mix van beide genres in deze film doet de vraag opkomen waarom hun verhouding vaak zo ingewikkeld is, want hier is het vooral heel natuurlijk.
Centraal in de film staat de Karaoke Girl, de echte en de gedramatiseerde in één persoon: Sa Sittijun. Escortgirl te Bangkok. Opgegroeid in een dorpje op het platteland en al op haar vijftiende uit werken gestuurd naar de grote stad. Ze werkt er drie jaar in een fabriek en concludeert dan dat het onderhouden van haar familie alleen mogelijk is als ze haar lichaam verkoopt. Op het moment dat de regisseur Sa ontmoet, is ze een karaoke-hostess met vier jaar ervaring.
De filmmaker en haar 'actrice' brachten eerst samen weken met elkaar door; pas daarna begon Visra Vichit Vadakan met het schrijven van een scenario over haar hoofdpersoon. Ze kende Sa inmiddels als haar eigen zus. Voor een intiem portret van een escortgirl is de film opmerkelijk discreet. Het gaat over dromen en gevoelens, niet zozeer over betaalde seks.
Visra, de jonge filmmaker en Sa, de escortgirl, worden vriendinnen, het laat zich moeilijk anders omschrijven. Ze maken in de film deel uit van elkaars leven. Visra volgt Sa op haar weg terug naar haar geboorteplaats en wordt opgenomen in de arme, maar warme familie. Sa stapt in de verbeeldingswereld van de filmmaker om haar eigen dromen vorm te geven. Een uniek amalgaam. Een eigen filmische formule.
Eigen indruk:
Een redelijke film. De beschrijving hierboven doet veel verwachten, maar dat wordt niet helemaal waargemaakt, vind ik. Je ziet eigenlijk ‘gewoon’ een film over een karaoke-meisje (zonder dat je veel karaoke ziet, trouwens, en ook enige expliciete scènes over wat de meisjes na de karaoke moeten doen), en dat is – hoewel een behoorlijke sociale misstand – niet overmatig boeiend. Het mooiste aan de film is waarschijnlijk dat de hoofdrolspeelster door/vanwege de film haar karaokeleven op heeft kunnen zeggen. En dat is natuurlijk heel wat waard.

zondag 3 februari 2013

IFFR 2013 – maandag 28 januari



Op mijn derde festivaldag zag ik vijf hoofdfilms (waaronder veel goeds maar ook de slechtste van dit jaar) en een (uitstekende) voorfilm:
Tunnel – van Maryam Kashkoolinia – 7’
111 Girls – van Nahid Ghobadi en Bijan Zamanpira – 79’ 
Gebo and the Shadow – Manoel de Oliveira – 91’ 
Die Freunde der Freunde – van Dominik Graf – 89’
Mater Dolorosa – van Adolfo B. Alix jr. -  86’
Dummy Jim – Matt Hulse – 90’

Tunnel – van Maryam Kashkoolinia – 7’
IFFR beschrijving:
Animatiefilm die met aarde lijkt geschilderd. Geïnspireerd door de tunnels die mensen in Gaza graven om de versperringen te ontlopen. Zelfs schapen gaan de tunnel door.
Noem het een politieke film, al zou een tunnel overal kunnen zijn. In het desperate Gaza, geen land maar een strook, graven mensen tunnels omdat de grenzen te goed worden bewaakt. Geen schaap mag de grens over. Een herder die het ook niet meer weet, neemt zijn schapen mee de tunnel in. Wanhopig, absurd en toch komisch. Duister en monochroom gemaakt. Animatie als met aarde geboetseerd.
Eigen indruk:
Bovenstaande had ik niet gelezen voordat ik dit voorfilmpje zag, en eigenlijk was dat wel goed. Nu zag ik een aanvankelijk alleen maar grappig en later zelfs behoorlijk spannend filmpje over een man die een kuil graaft, onder een schildwacht door. Hij lijkt dus te willen ontsnappen… Maar nee, de tunnel eindigt in een

put, en boven wordt de man opgewacht door iemand die hem een schaap verkoopt. Het schaap gaat mee de tunnel in, terug, terwijl de boel op punten op instorten staat. Zal hij het halen? Het schaap werkt bepaald niet mee… Pas bij de aftiteling las ik bovenstaande verklaring, zodat bleek dat dit filmpje helemaal niet (alleen maar) een leuk verhaal vertelt, maar gaat over een schrijnende werkelijkheid. Die mooi en sterk over het voetlicht wordt gebracht door deze aansprekende film.

111 Girls – van Nahid Ghobadi en Bijan Zamanpira – 79’
IFFR beschrijving:
De 111 zijn Koerdische meisjes die wonen in een gebied zonder huwbare mannen. Ze brengen hun probleem onder de aandacht van de president en dreigen gezamenlijk met zelfmoord. Een presidentiële gezant haast zich door het onherbergzame landschap om het drama te voorkomen. Onderweg treft hij vele, soms absurde obstakels.
111 Girls, dat herinneringen oproept aan de klassieke Iraanse road movies, voert ons naar Iraans Koerdistan. Officieel gezant Donyadid is op weg naar een onherbergzaam en deels ontvolkt gebied. Als gids en tolk heeft hij de kleine Shirkou meegenomen. Zijn opmerkelijke missie heeft een dwingende deadline; 111 Koerdische meisjes hebben namelijk de president een brief geschreven, waarin zij onder meer vertellen over een groot probleem: er zijn bijna geen mannen meer in het gebied zodat ze ongetrouwd door het leven moeten. Allen dreigen over vier dagen collectief zelfmoord te plegen door in een ravijn te springen. Hun reisgenoten en de mensen die ze onderweg ontmoeten, illustreren de veelheid aan etnische groepen en religies. Het geeft een beeld van deze specifieke regio, maar ook een dwarsdoorsnede van de Iraanse samenleving.  Nahid Ghobadi, zelf Koerdisch, vertelt een ambitieus en betrokken verhaal, maar doet dat luchtig en soms zelfs komisch.
Eigen indruk:
Een goede film. De absurde gebeurtenissen (bijvoorbeeld de man die een kogel door z’n kop moet krijgen en daarom een zak over zijn hoofd heeft, maar ontsnapt en telkens het pad van Donyadid kruist; de 111 bruidegommen die door de Turken zijn opgetrommeld, waar Donyadi niets van wil weten omdat ‘wij’ helemaal geen hulp van de Turken nodig hebben) maken het een humoristische film. Maar desondanks weet de regisseur een beklemmende sfeer op te roepen en is de film door het doorkijkje wat hij geeft op de levens van betrokkenen, aangrijpend. Daarbij wordt er uitstekend geacteerd en spreekt het jongetje Shirkou zowel door zijn spel als door zijn rol enorm aan.

Gebo and the Shadow – Manoel de Oliveira – 91’
IFFR beschrijving:
Meest recente film van De Oliveira (104 jaar oud: we melden het wel, maar eigenlijk doet het er niet toe) gaat over plicht, armoede en waarheid. Gebaseerd op toneelstuk uit 1923, dat in deze tijden van Eurocrisis toch weer actueel is. Met fraaie rollen van oude sterren als Lonsdale, Cardinale en Moreau.
Deze adaptatie van het gelijknamige toneelstuk van Raul Brandão uit 1923 gaat over de arme patriarch Gebo, die samen met zijn vrouw en schoondochter woont. Gebo is al op leeftijd, maar moet als accountant blijven werken om zijn familie te onderhouden. Er wordt door de drie veel gepraat over het lot van zoon João. Hij is in de goot beland, waar zowel Gebo als zijn schoondochter Sofia van op de hoogte zijn, maar wat ze geheim houden voor moeder Doroteia, om haar ideaalbeeld van haar zoon niet te verstoren. De geheimhouding blijkt grote gevolgen te hebben wanneer João terugkeert en bij zijn ouders intrekt.
De Portugese meester Manoel de Oliveira, ’s werelds oudste nog actieve filmmaker, strikte andermaal grote namen voor zijn eigenzinnige productie, waaronder Jeanne Moreau, Michael Lonsdale en Claudia Cardinale. Met zijn statische camera, gebruik van symboliek en theatrale stilering is Gebo and the Shadow een typische ‘De Oliveira’.
Eigen indruk:
Nou, ik ken waarschijnlijk geen andere films van De Oliveira, want als deze kenmerkend is voor zijn stijl en ik had dat geweten, dan zou ik er niet heen zijn gegaan. Wat ik zag leek meer op een heel stijf geacteerd toneelstuk dat zonder aanpassing aan de mogelijkheden die het medium film biedt, in beeld is gebracht. Het zag er oud en verouderd uit, en technisch was er kennelijk ook nog een en ander mis, want op sommige momenten was het geluid zonder enige reden ineens zachter en gedempt, alsof de microfoon op de verkeerde plek was geplaatst. En de dialogen waren theatraal en kinderlijk (Gebo blijft maar benadrukken dat hij het zo zwaar heeft dat hij ook ’s avonds thuis moet werken, en zit dan steeds met moeite optellingen te doen: “vijf en drie, dat is… eh, … acht”; lachwekkend gewoon). Neem daarbij nog een gebrek aan tempo en plotontwikkeling, en ik had moeite om bij deze film wakker te blijven. Jammer. Achteraf kan ik zeggen dat dit de slechtste film is dit ik dit festival heb gezien.
Die Freunde der Freunde – van Dominik Graf – 89’
IFFR beschrijving:
Verfilming van de beroemde novelle van Henry James The Way It Came speelt zich af onder kostschooljongens. Dit spookverhaal over noodlot en verlossing biedt een ontroerende kijk op pubers: hun verlangens en hun groeiend besef van de alom aanwezige dood.
Verfilming van The way it came, een novelle van Henry James uit 1896, in een hedendaagse setting: een jongenskostschool. Gregor is een beetje een sul, of een dromer, terwijl zijn vriend Arthur een echte charmeur is. Tijdens een feestje ontmoet Gregor de mysterieuze zwerfster Billie, terwijl Arthur wat dolt met de zorgeloze meid Pia. Billie and Arthur hebben iets gemeen: ze hebben beiden een fenomeen waargenomen dat 'projectie van de dood' heet: het zien van beelden van mensen op het moment van hun sterven, op kilometers afstand. Deze verschijningen zijn kortstondig en de stervende ziet er realistisch en springlevend uit; noem het het nalichten van het leven. Het lot zegt dat er iets zal gebeuren als twee mensen samenkomen die de dood zo aanschouwd hebben...
Niet zozeer een oefening in intellectueel verfijnde gothic horror als wel een melancholisch coming-of-age-verhaal met bovennatuurlijke elementen. Door Grafs gebruik van DV lijkt deze wereld het hiernamaals of een niet-bestaande wereld - spookachtig en moeilijk waar te nemen.
Eigen indruk:
Mooie en goede film. Eigenlijk wordt een simple lovestory verteld over Gregor en Billie, waarin het Gregor maar niet lukt een ontmoeting te arrangeren waarin het zijn Billie aan zijn beste vriend Arthur kan voorstellen. En die weet dat zowel Billie als Arthur zo’n ‘projectie van de dood’ hebben meegemaakt. Door de manier van filmen (vaak dicht op de huid) en de uitstekende musicale ondersteuning wordt dit echter een bloedspannend verhaal – ondanks dat er eigenlijk dus behalve de verschijningen van de doden niets spannends in gebeurt. Knap hoor, ik werd gelijk een fan van Graf!

Mater Dolorosa – van Adolfo B. Alix jr. -  86’
IFFR beschrijving:
Van een filmmaker die een paar films per jaar aflevert, zonder verlies van kwaliteit. Van Fassbinder zeiden ze ook niet dat hij het rustiger aan moest doen. Bovendien maakt Adolfo steeds een andere film. Nu een dramatisch misdaadfamilieverhaal met indrukwekkend acteren en al even indrukwekkend zwart-wit. Godmother 1. Genomineerd voor The Big Screen Award.
Familie is belangrijk in de Filippijnse film, stelt regisseur B. Alix Jr. In zijn onderkoelde maar toch geladen misdaaddrama Mater Dolorosa speelt de in de Filippijnen zeer bekende actrice Gina Alajar een vrouw die de illegale activiteiten in een oude wijk van Manilla domineert. Het welzijn van haar familie moet ze afwegen tegen de belangen van het criminele bedrijf dat ze samen met haar kinderen voert. Haar zoons Joseph en Eli gaan over gestolen auto's, drugs en gokken. Haar dochter Fatima vormt de schakel met de corrupte politie. Benjamin, de jongste, probeert ze buiten schot te houden. Voorafgaand aan Nieuwjaar komt alles in een gevaarlijke stroomversnelling wanneer de burgemeester en diens criminele zoon een tegenaanval inzetten, terwijl interne spanningen de familieharmonie bedreigen. Opvallend is de sobere maar trefzekere stijl (muziek ontbreekt vrijwel geheel) met krachtige, zorgvuldig gecomponeerde beelden in een aan zwart-wit grenzend palet, waarbij het zwaartepunt steeds bij de acteurs ligt.
Eigen indruk:
Eigenlijk niks voor mij, een gangsterfilm, maar dit keer wel! Geen Amerikaanse toestanden met veel zichtbaar geweld, maar een stevige vrouw die de wind eronder houdt in én buiten haar familie. Dat alles heel mooi verfilmd in zwart-wit met soms nauwelijks waarneembare kleuren voor details: een shirtje, een kastje, de versiering bovenin de kerstboom. Zo subtiel dat je in het begin je ogen niet gelooft. Wat niet wegneemt dat de vrouw er niet voor terugdeinst om, als het nodig blijkt, op een subtiele manier bepaald on-subtiel geweld te gebruiken. Tja, ’t is toch echt een gangsterfilm…

Dummy Jim – Matt Hulse – 90’
IFFR beschrijving:
Meer dan 50 jaar geleden stapte de dove James Duthie op de fiets en reed van zijn Schotse vissersdorp naar de poolcirkel en weer terug. Waarom? Daarom. Een bijzonder verhaal, dat vraagt om een bijzondere aanpak. Hulse werkte twaalf jaar aan deze visuele mix van documentaire en fictie. Een lust voor oog en oor.
Het verhaal van Dummy Jim begon in mei 1951, toen de dove Schot James Duthie, beter bekend als Dummy Jim, een fietstocht maakte van zijn kleine vissersdorp in Schotland naar de poolcirkel. Bij thuiskomst beschreef hij zijn belevenissen in het boek 'I Cycled into the Arctic Circle', dat hij zelf uitbracht en verkocht. Jaren later vond de moeder van Matt Hulse dit zeldzame boek en stuurde het op naar haar zoon die, gefascineerd door het excentrieke verhaal, besloot de reis te verfilmen.
Samen met de dove acteur en filmmaker Samuel Dore begon Hulse aan de lange trip door Noord-Europa. Hulse gebruikt fictieve en documentaire elementen en mixt deze tot een virtuoos geheel. Zo ontmoeten we bijzondere mensen in fictieve Super8-films, zijn er speels geanimeerde sequenties en geven de archiefbeelden een mooi tijdsbeeld van de doorkruiste landen.
Terug naar het heden, waar de lokale held na zo veel jaar een herdenking en grafsteen krijgt van de gemeenschap. Hulse volgt de handelingen hier op de voet en schetst zo een boeiend portret van deze kleine vissersgemeenschap in de 21e eeuw.
Met zijn ritmische montage en visuele stijl houdt Hulse duidelijk rekening met een doof publiek. De bijzondere soundtrack is een extraatje voor de horenden en maakt de ervaring compleet.
Dummy Jim overleed na een verkeersongeval in 1965 en zijn verhaal bleef lang onbekend. Deze film en de bijbehorende website gaan hier ongetwijfeld verandering in brengen.
Eigen indruk:
Hm, dit was eigenlijk een best goede en mooie film, maar door wat ik ervan had verwacht viel hij me toch nogal tegen. Ik had namelijk een film verwacht over een moeilijke fietstocht met tamelijk ‘primitieve’ middelen, naar een koud gebied. Maar daar ging de film helemaal niet over. Ten eerste niet omdat Jim ‘maar’ tot de poolcirkel fietst en niet helemaal naar de pool (wat ook niet gekund had, natuurlijk, maar daarom was ik er juist nieuwsgierig naar) en ten tweede omdat hij zijn tocht maakt in het voorjaar en de zomer. Dus barre omstandigheden zijn er nauwelijks. Wel een primitieve uitrusting, natuurlijk, en dat krijg je ook wel te zien: Jim fiets op een gewone fiets met een enorme bult bagage achterop (niet eens in tassen). Maar ook dat is in de film maar sporadisch in beeld. Meer geeft de film een soort caleidoscopisch beeld van de landen waar Jim doorheen is getrokken, waarbij gebruik wordt gemaakt van mooie muziek (wel wat hard) en af en toe het droge commentaar van Jim (hij was nogal weg van de Hollanders, als ik me goed herinner). Dat heeft zeker z’n verdienste en toen ik m’n verwachtingen wat bij had gesteld kon ik het ook wel waarderen, maar toch… echt een film over een barre fietstocht zou me meer hebben aangesproken ;-)

IFFR 2013 – zondag 27 januari



Op mijn tweede festivaldag zag ik maar één film, en helaas niet zo'n beste:

Matei Child Miner – van Alexandra Gulea – 80’
IFFR beschrijving:
Het jongetje Matei woont in Roemenië, bij zijn opa. Zijn ouders zijn naar Italië om daar te werken. Na een ruzie gaat Matei weg bij zijn opa. Een zachtaardige, schrijnende en prachtig gedraaide film over illusies en teleurstellingen van de kindertijd en van het leven in het algemeen. Genomineerd voor The Big Screen Award.
Het fictiedebuut van documentairemaakster Alexandra Gulea gaat over de 11-jarige Matei, die al jaren bij zijn grootvader woont omdat zijn ouders in Italië zijn gaan werken. Door een vergissing wordt de jongen ten onrechte van school gestuurd. Zijn altijd begripvolle grootvader reageert onverwacht agressief. Matei vlucht naar Isidor, een herder die in de heuvels werkt. Een bezoek aan het Natuurhistorisch Museum in Boekarest verandert zijn leven, al krijgt hij na terugkomst in zijn eigen stad meer verandering te verstouwen dan hij zich gewenst had. Als zijn moeder uit Italië overkomt om de jongen mee te nemen, weigert hij te vertrekken. Zijn toekomst ligt in Roemenië, vindt Matei.
Gulea filmt in mooie, rustige composities en vindt schoonheid en zelfs humor op de meest grauwe plekken. Alleen al haar scherpe oog voor de schoonheid van zowel stads- als natuurlandschappen maken de film tot een bijzondere toevoeging aan de Roemeense filmproductie van de laatste jaren. 
Eigen indruk:
Hm, die laatste alinea hierboven klopt wel: zelfs de lelijkheid van het arme Roemenië wordt in deze film mooi in beeld gebracht, en de muziek vond ik trouwens ook heel mooi. Maar verder is het een echte festivalfilm – wat in mijn ogen geen compliment is. De film is langzaam en zoomt vol in op onbetekenende details. Geregeld wordt een bijzonder camerastandpunt ingenomen wat, als het goed en op het goede moment gebeurt, betekenisvol kan zijn, maar in deze film vooral nogal gekunsteld overkomt. Daarbij stelt het verhaal niet veel voor en het wordt ook nog eens wat warrig verteld. Jammer, al halverwege bedacht ik dat ik misschien toch beter voor de film van David Verbeek had kunnen kiezen – of die ook zou zijn tegengevallen, blijft nu de vraag ;-)

IFFR 2013 – vrijdag 25 januari



Deze eerste festivaldag zag ik vier films, twee goede en twee matige:
The Love Songs of Tiedan – van Hao Jie – 89’
Call Girl – van Mikael Marcimain – 140’
Rhino Season – van Bahman Ghobadi – 90’
Shanghai – van Dibaker Banerjee – 110’
 
The Love Songs of Tiedan – van Hao Jie – 89
IFFR beschrijving:
Levendig, kleurrijk en romantisch familiedrama (en komedie) op het Chinese platteland in de jaren zestig en zeventig, voor en na de Culturele Revolutie die lokale muziektradities verbood. Tiedan is als jongetje verliefd op de mooie zingende buurvrouw en als volwassene op haar dochters.
Oh, wat is de buurvrouw toch mooi! De 10-jarige Tiedan wordt stapelverliefd als zijn vader een zangduo begint met ‘zuster Mei van hiernaast’. Het koppel vergaart faam als vertolkers van er-ren-rai, een in noordwest-China populaire miniopera voor twee personen met oh-la-la-teksten. Maar de heetgebakerde buurman vindt het maar niks en sleurt zijn vrouw mee naar huis.
Even later maken de Rode Gardisten in naam van de Culturele Revolutie voorlopig een einde aan het vertier. Eenmaal volwassen ontpopt Tiedan zich als er-ren-raizanger van uitzonderlijke kwaliteit. En valt hij achtereenvolgens voor alle drie de dochters van de buurvrouw.
Love Songs of Tiedan is een muzikale komedie in een deels historische setting met een etnografisch tintje, een scheut romantiek en een snufje tragiek. De film is even eigenzinnig als aanstekelijk. Met een bijzondere driedubbelrol voor Ye Lan, die niet alleen de buurvrouw speelt, maar ook haar oudste en jongste dochter.
Eigen indruk:
Helaas niet zo’n goed begin van een festival dat verder toch wel erg goed zou uitpakken. Ik vond dit een beetje een slap verhaal, dat pas aardiger werd toen hoofdpersoon Tiedan bij een reizend muziekgezelschap ging werken. Er zat wel wat humor en er werden een paar mooie/bijzondere Chinese liedjes gezongen, maar helaas ook erg slecht geacteerd. Zo slecht, dat ik me afvroeg of het misschien grappig bedoeld was. Als dat
zo was, kwam het bij mij – en bij de rest van de zaal – echter niet over.

Call Girl – van Mikael Marcimain – 140’
IFFR beschrijving:
Waargebeurde paranoiathriller over politieke corruptie en minderjarige call-girls in het hoogst progressieve Zweden van de jaren zeventig. In de manier waarop debutant Marcimain de sfeer van de 70's oproept, steekt hij leermeester Tomas Alfredson (Tinker Tailor Soldier Spy) naar de kroon.
Stockholm, 1976. Terwijl politici discussiëren over de liberalisering van wetgeving rondom incest en pedofilie, komt de veertienjarige Iris terecht in een opvangtehuis. Daar ontmoet ze een meisje dat werkt voor Dagmar Glans, een 'madam' met klanten in de hoogste kringen. Al snel is Iris zelf een gewilde callgirl.
Het speelfilmdebuut van Mikael Marcimain is gebaseerd op een waar gebeurd schandaal (waarin ook premier Olof Palme een rol speelde) dat door Zweedse autoriteiten lang onder het tapijt is geschoven. Maar de film gaat over meer dan politieke intriges; Call Girl maakt ook de hypocrisie van de vrije, blije jaren zeventig pijnlijk duidelijk. Het is goed te zien dat Marcimain regieassistent was bij Tomas Alfredsons Tinker Tailor Soldier Spy. De films delen een onderkoelde spanning en een ongelooflijke aandacht voor details in de aankleding. De Nederlander Hoyte van Hoytema - die ook Alfredsons films draaide - vangt de gruizige sfeer van de jaren zeventig met camerawerk dat paranoiathrillers als All the President's Men in herinnering roept.
Eigen indruk:
Deze film vond ik erg goed: zoals uit bovenstaande blijkt is het een sterk verhaal, en dat is erg mooi gefilmd, er wordt uitstekend geacteerd, de muziek is goed en het onderwerp van de film is ook nog een relevant, spannend en aangrijpend. Wat wil een filmkijker nog meer? Aanrader, dus!

Rhino Season – van Bahman Ghobadi – 90’
IFFR beschrijving:
Een politieke aanklacht en een epische liefdestragedie van IFFR-publieksprijswinnaar Bahman Ghobadi (Turtles Can Fly), met in de hoofdrol Monica Bellucci. Visuele pracht en een filmische ervaring: een must-see op het grote doek.
De Iraans-Koerdische dichter Sahel en zijn vrouw Mina worden onterecht opgepakt tijdens de Islamitische Revolutie in Iran. Sahel brengt 30 jaar door in de gevangenis, terwijl Mina, overtuigd dat haar man is overleden, naar Turkije vlucht met haar twee kinderen. Twee geliefden uiteen gedreven door een politiek onrecht en een persoonlijke vendetta.
De Iraans-Koerdische filmmaker Bahman Ghobadi, die in 2005 de IFFR-publieksprijs won met Turtles Can Fly, baseerde Rhino Season op de dagboeken van de Koerdisch dichter en persoonlijke vriend Sadeh Kamangar. Zijn vroegere werk kenmerkte zich door een bijna documentaire benadering. Inmiddels heeft Ghobadi zich ontwikkeld tot een poëtisch en lyrisch verteller en hebben de non-acteurs uit zijn eerdere films plaatsgemaakt voor een indrukwekkende cast met Monica Belucci en Iraanse ster Behrooz Vossoughi. Ghobadi maakt geen films meer in Iran; Rhino Season is de eerste film die hij in het buitenland maakte. De film werd geheel in Turkije opgenomen.
Eigen indruk:
Wel een mooie film, maar ook wat langzaam. Het verhaal dat hierboven staat komt duidelijk tot uitdrukking, maar de film gaat verder, want begint als Sahel uit de gevangenis komt en zijn vrouw gaat zoeken. Maar wil hij haar wel echt vinden? Hij is een beetje halfslachtig. Bij toeval komt hij twee jonge, hippe meiden tegen die een lift nodig hebben. Daarna ontmoet hij hen vaker, en als kijker vraag je je af: waarom, waar gaat dit over, wat hebben die meiden met het verhaal te maken. Dat blijkt tegen het eind van de film, waarin wordt teruggeblikt naar de periode van gevangenschap en het verhaal verhevigt. Mooi, aangrijpend.

Shanghai – van Dibaker Banerjee – 110’
IFFR beschrijving:
In Shanghai, met topacteurs uit de Indiase New Wave, spelen multinationals onder één hoedje met corrupte politici om een stadje te herinrichten. Een sociaal activist die zich verzet, komt om bij een verdacht verkeersongeluk. Zijn mooie en vastbesloten assistent start een onderzoek.
Spannende politieke thriller van een van de meest begaafde nieuwe regisseurs in India. Een vooraanstaand professor, een sociaal activist, wordt overreden door een vrachtauto; is het een ongeluk of een politiek gemotiveerde misdaad?
Het gebeurt in een bruisend stadje dat te maken krijgt met een ambitieus infrastructuurproject dat gesteund wordt door de corrupte regeringspartij. Multinationals beloven economische groei te bewerkstelligen in de regio, naar het voorbeeld van Shanghai. Het onfortuinlijke slachtoffer probeerde de arbeidersklasse bewuster te maken en de mensen te mobiliseren die de prijs betalen voor dit succes. De assistent van de professor, een toegewijde jonge vrouw, begint een riskante zoektocht naar de waarheid en gerechtigheid. Een plaatselijke pornograaf was getuige van het ongeluk, maar weigert een verklaring te geven. Het verhaal is losjes gebaseerd op de roman Z van Vassilis Vassiliko, maar is volledig ‘verindianiseerd’ door de fantasierijke scenarist Urmi Juvekar en de regisseur zelf.
Eigen indruk:
Hm, zo spannend als hierboven wordt beschreven vond ik de film beslist niet. Dat de aanrijding geen ongeluk is, maar opzet, was mij volstrekt duidelijk. En de speurtocht van het meisje loopt vooral vast op onwil en corruptie, wat ook al niet al te spannend over het voetlicht wordt gebracht. Dus een film met een goed verhaal dat niet zo goed wordt verteld en daardoor geen lange indruk achterlaat.