Outside of a cat, a book is woman's best friend. Inside of a cat it's too dark to read


vrijdag 8 februari 2013

IFFR 2013 – dinsdag 29 januari



Achteraf gezien misschien wel de beste dag van mijn festivalweek.
Ik zag:
GFP Bunny – van Tsuchiya Yutaka – 82’
36 – van Nawapol Thamrongrattanarit – 68’
Wadjda – Haifaa Al Mansour – 100’
Oh Boy – Jan Ole Gerster – 85’
Karaoke girl – Visra Vichit Vadakan – 77’

GFP Bunny – van Tsuchiya Yutaka – 82’
IFFR beschrijving:
Een geestige film over een meisje dat haar moeder vergiftigt? En ook nog waargebeurd? In Japan kan dat. De maker was in 2004 een Tiger in Rotterdam en dook toen onder. Acht jaar later en rijper is hij helemaal terug. Niet voor kijkers die niet tegen vivisectie kunnen. Microscoop op een samenleving.
Kuramochi Yuka speelt een onderzoekend meisje dat op school hardhandig wordt gepest. Is dat de reden dat ze kikkers opensnijdt, experimenteert met haar moeders goudvis en haar moeder zelfs thallium toedient? 'Dat heb je mis!', werpt ze tegen. 'Het heeft allemaal met controle te maken.' Ook protesteert het meisje wanneer de regisseur, die een geruchtmakende zaak uit 2005 als uitgangspunt nam, meedeelt het verhaal bij wijze van experiment naar 2011 te verplaatsen. 'Er is helemaal geen verhaal!'  GFP Bunny, vernoemd naar genetisch gemanipuleerde fluorescerende konijntjes, is een caleidoscopische mix van fictie, documentaire, dagboeknotities en internetvideo. De filmmaker en zijn hoofdpersoon vragen zich af wat biotechnologie, cosmetische chirurgie, surveillance, avatars, extreme piercings en nieuwe religie voor ons kunnen betekenen. De ontmoeting met een lichaamskunstenares is voor het meisje de opstap naar een onverwachte en trotse finale. GFP Bunny werd bekroond als beste film in de sectie Japanese Eyes van het Tokyo International Film Festival.
Eigen indruk:
Ik vond dit een hele goede film. Benauwend en beangstigend, maar ook realistisch. Het meisje doet allerlei experimenten (zie boven) omdat ze wil observeren, wil kijken wat er gebeurt. Ze ziet daarbij geen verschil tussen mensen en vee, en tussen haar moeder en haar hamster. Wat ze doet en ziet wordt allemaal zeer indringend in beeld gebracht, zodat zelfs het eten van vis smerig en angstaanjagend wordt. Tussendoor zie je interviews met wetenschappers, die onder ander vertellen over de (echt bestaande) GFP Bunny en andere vergevorderde medische technieken, zoals de doorzichtige kikker (totstandgekomen door fokken op de gewenste eigenschap en volgens de gebruiker ervan diervriendelijk, omdat je nu kunt zien wat er in de kikker gebeurt zonder dat je hem daarvoor open hoeft te snijden; daar zit iets in…). En bijvoorbeeld over iPS, pluripotente stamcellen, waarvoor – zo leerde de Q&A – in 2012 de Nobelprijs is uitgereikt (zie http://www.kennislink.nl/publicaties/nobelprijs-geneeskunde-voor-pluripotente-stamcellen) .
Daarnaast zie je dan weer reacties van mensen op straat op een stelling als: is plastische chirurgie ok? En genetische manipulatie? En ook komt een aanhanger van het Raëlisme aan het woord, die vertelt vóór het klonen van mensen te zijn omdat daardoor de twee oorzaken van oorlog, namelijk religie en de economie, kunnen worden uitgebannen (over het Raëlisme is wel het nodig te vinden op internet maar meer informatie over deze uitleg van de voordelen van klonen heb ik er nog niet bij gevonden; wel het boek “Mensen klonen? Ja”, zie http://evolutie.isfet.nl/downloads/cloning-nl.pdf ).
Dit alles leidt tot een interessante mix van feit en fictie, van beelden en informatie. En voor mij brengt deze film in beeld dat de mens zich er wanhopig (en wreed) van poogt te overtuigen dat er een relevant verschil is tussen het menselijk ras ‘andere dieren’ (zie over deze terminologie het korte verslag over het boek “Het dierloze gerecht” op m’n weblog: http://monalisaleest.blogspot.nl/2011/11/het-dierloze-gerecht-een-vegetarische.html). Want een chip in een huisdier of in slachtvee, dat is handig en nuttig, maar in een mens? Dat is gebrek aan respect! Want die chips zorgen voor controle over degene die gechipt is (in de film ook een klein jongetje, dat een chip aan z’n schooltas heeft, zodat z’n moeder steeds precies weet waar hij is). De film is ook een pleidooi om die controle over jezelf terug te brengen. En op dat punt geeft de film je zelfs ten laatste het gevoel van een happy end. Knap, hoor, in zo’n grimmige film.

36 – van Nawapol Thamrongrattanarit – 68’
IFFR beschrijving:
36, zoals het aantal opnamen op één analoog fotorolletje. 36 is ook het aantal shots waaruit deze film bestaat. Toch is het geen strenge film, maar een speelse zoektocht van een jonge fotografe naar de foto's die verdwenen op haar computer. Alles van een jaar is weg. Ook het beeld van die ene prikkelende ontmoeting.
De titel 36 verwijst naar het fotorolletje in het vroegere, analoge fototoestel van de filmmaker. 36 foto's telde zo'n rolletje, en het was altijd een verrassing wat er na het ontwikkelen nu eigenlijk op stond. Vaak hadden zijn foto's weinig met elkaar te maken, en vaak wist hij ook niet meer wanneer en waarom hij een foto genomen had. Regisseur Nawapol Thamrongrattanarit gebruikt het getal 36 ook voor het indelen van zijn originele, efficiënt vertelde film, die uit 36 opnamen bestaat. Iets van de willekeur van de oude fotorol - en van het geheugen - wilde de maker hiermee oproepen, al wordt het verhaal uiterst volgbaar verteld. Hoofdpersoon van deze lichtvoetige en weemoedige speelfilm is Sai. Ze is locatiescout en voor haar werk legt ze veel met haar camera vast. Op een dag blijkt de harde schijf van haar laptop gecrasht en is ze een jaar aan foto’s kwijt. Ze heeft het gevoel dat ook een deel van haar eigen geheugen is gewist en doet er alles aan om de foto’s terug te krijgen.
Op een speelse manier wordt in deze film het veranderende geheugen aan de orde gesteld. Er wordt tegenwoordig steeds meer voor ons onthouden, maar wat onthouden we zelf nog? Diep verborgen in de kapotte harde schijf bevindt zich ook het beeld van een mogelijke liefde. Een volhardende zoektocht naar de verloren digitale tijd.
Eigen indruk:
Een mooie, ‘kleine’ film. In 36 shots, dus, die statisch zijn qua locatie, dus als een foto. Maar de mensen, waaronder Sai, bewegen zich erin. En zo wordt een klein verhaal verteld over een klein stukje van Sai’s leven, een kleine, niet sentimentele lovestory. En het is een film over fotograferen en zich herinneren, en over wat foto’s betekenen voor de herinnering. Bestaat het niet als het niet op foto’s is vastgelegd? Natuurlijk! En bovendien kun je het verleden met foto’s niet terug brengen, ook al heb je er nog zo veel.  Knap hoor, om zoveel stof om over na te denken over te brengen met – zelfgekozen – zulke beperkte middelen, namelijk 36 scènes die een strak schema vormen voor de lichtvoetig gebrachte inhoud van het verhaal.
NB: sommige van de shots hebben een beroerd camerastandpunt, wat best vervelend is om naar te kijken. In de Q&A bleek dat de regisseur hiervoor heeft gekozen, zoals ik al vermoedde, omdat amateurfoto’s vaak vanuit zo’n slecht camerastandpunt zijn gemaakt. En de film stelt immers als het ware een rijtje amateurfoto’s voor…

Wadjda – Haifaa Al Mansour – 100’
IFFR beschrijving:
Wadjda is 10 jaar, woont in Saoedi-Arabië en wil een groene fiets. Haar conservatieve omgeving vindt niet dat een fiets bij een meisje hoort, maar Wadjda zet alles op alles. De eerste speelfilm ooit gemaakt in Saoedi-Arabië werd geregisseerd door de eerste vrouwelijke filmmaker van het land.
Wadjda (10) woont met haar ouders in een buitenwijk van Riyad, de hoofdstad van Saoedi-Arabië. Ondanks haar conservatieve omgeving is Wadjda een speels kind dat regelmatig grenzen opzoekt. Wanneer het meisje een mooie groene fiets wil hebben, is haar moeder daar op tegen: wat zou de gemeenschap ervan denken? Fietsen is immers niet gepast voor een meisje.
Wadjda geeft niet op en besluit het geld zelf bij elkaar te sparen. Haar moeder, die afgeleid wordt door de wens van haar man om een tweede vrouw te nemen, heeft nauwelijks door welke niet altijd even geschikte plannetjes haar dochter bedenkt om geld te verdienen.
Haifaa Al Mansour, die gezien wordt als de eerste vrouwelijke filmmaker uit Saoedi-Arabië, vertelt een intiem verhaal over een meisje met grote dromen. Wadjda staat voor vele meisjes en vrouwen uit Saoedi-Arabië. Het drama biedt een inkijk in een anders gesloten gemeenschap, met universele, herkenbare thema’s als hoop, lef en doorzettingsvermogen.
Eigen indruk (opgelet: met verklappers):
Een mooie, aansprekende film over een meisje dat zich niet wenst neer te leggen bij wat ze als meisje niet mag in de islamitische samenleving. Omdat sparen niet genoeg oplevert besluit ze zelfs mee te doen aan een koranwedstrijd, terwijl ze voorheen van de godsdienstlessen niet veel moest hebben. Maar ja, het doel heiligt de middelen ;-) Helaas werkt dit middel niet goed uit: want hoewel Wadjda – hoe onwaarschijnlijk ook – de wedstrijd wint, mag ze de prijs uiteraard niet aan een fiets besteden. Daarvoor zorgt de directrice, die eerst blij is omdat ze denkt dat de ineens zo ijverige Wadjda een modelleerling is geworden die alle vragen over de koran kan beantwoorden en hem ook nog eens heel mooi kan voorlezen, maar die woedend wordt als blijkt dat Wadjda er zo’n profane wens als het kopen van een fiets op na houdt. Dat gaat dus niet door. ‘Gelukkig’ kent de film toch een happy end. Tussen aanhalingstekens, dus. Want uiteindelijk krijgt Wadjda de fiets van haar moeder. Die was eerst fel tegen de aankoop, maar heeft inmiddels met lede ogen moeten aanzien dat haar man er – hoewel zij zich vreselijk voor hem uitslooft en hij steeds zegt dat hij haar zo mooi vindt en van haar houdt – toch voor heeft gekozen een tweede vrouw te nemen. Ik neem aan dat het kopen van de fiets symboliseert dat de moeder haar dochter een betere toekomst toewenst. Maar daar gaat het verhaal een beetje mank, vind ik. Het wordt nu een mooie Hollywoodachtige soap, maar het happy end heeft uiteraard niets met de realiteit te maken. Die wordt beter tot uitdrukking gebracht door de directrice, op het moment dat die tegen Wadjda zegt dat ze haar aan haarzelf doet denken toen ze jong was: slim en met een eigen wil. Dan zegt de directrice tegen Wadjda zoiets als: “En kijk eens waar ik nu ben?” Op het moment dat dit voorviel in de film, begreep ik het niet goed. De vrouw zegt het neutraal, dus wat bedoelt ze? Zeg je “kijk eens wat er nu van mij geworden is” op een gedeprimeerde toon, dan ben je jezelf tegengevallen. Zeg je iets dergelijks trots, dan vind je het goed wat je hebt bereikt. Welk van beide de directrice bedoelde was me niet duidelijk. Maar na afloop van de film bedacht ik dat het waarschijnlijk allebei is: de vrouw kon best trots zijn dat ze directrice was geworden van een school, maar het is uiterst treurig daar ze daarvoor haar eigen persoonlijkheid heeft moeten afleggen en zich heeft moeten schikken naar het regime van de koran, waarin vrouwen zichzelf niet mogen zijn – en een regime dat ze zelf nu om het hardst aan haar leerlingen oplegt. Terwijl haar lot ongetwijfeld ook het lot is dat Wadjda wacht: ze zal haar fiets nooit mogen gebruiken – behalve in de film…
Ik vond het dus jammer dat de film iets moois, bijna romantisch, maakt van wat eigenlijk lelijk is: de onderdrukking van vrouwen door de islam(mannen). En prompt kwam ik na de film buiten de zoveelste vrouw tegen die zich ook in ons land moet kleden als een zwarte kraai. Bah. Niks romantisch aan.

Oh Boy – Jan Ole Gerster – 85’
IFFR beschrijving:
Niko is bijna 30, ziet er goed uit, maar heeft nog absoluut niets met zijn leven gedaan. Op zekere morgen komt alles echter in een stroomversnelling: vriendin, vader, geld, studie… zelfs een kopje koffie bestellen lijkt onmogelijk te zijn geworden in het vriendelijke Berlijn.
Hoe moeilijk kan het zijn om in het Berlijn van nu - hipster hang-out nr.1 - een kopje koffie te bestellen? Erg moeilijk, zo ondervindt drop-out Niko (Duitslands it-boy Tom Schilling) op een dag.
De dag begint al in mineur bij zijn (ex-)vriendin, en vanaf dat moment gaat het alleen maar bergafwaarts. Hij raakt zijn rijbewijs kwijt na een bizarre psychologische test, zijn bankrekening is geblokkeerd, en een ontmoeting met een oud-klasgenoot pakt pijnlijk uit. Gaandeweg begint er iets te dagen bij Niko. Tot nu toe kwam hij met zijn mooie ogen overal mee weg, maar nu is het tijd om volwassen te worden.
De tragikomedie Oh Boy, gefilmd in zonnig zwart-wit, is een portret van een jongeman op de rand van volwassenheid. Op soepele wijze, geholpen door de jazzy soundtrack, loodst debuterend regisseur Jan Ole Gerster de kijker van een vrolijke slackercomedy naar een ontroerende ode aan Berlijn, haar bewoners en haar verleden.
Eigen indruk:
Mooie film in zwart-wit (dat vergeet je bijna tijdens het kijken) over een jongen die niet meedoet aan wat de maatschappij van hem verwacht. Niet speciaal uit tegendraadsheid, maar gewoon…  De kop koffie loopt door de film heen als een soort running gag, maar intussen krijg je te zien dat Niko belangstelling, affectie en mededogen heeft voor de mensen die hij min of meer toevallig ontmoet en geen druk op hem uitoefenen: zijn vriend de taxichauffeur, die het niet gemaakt heeft als acteur, de oma van een drugsdealende kennis daarvan, en de man die hij ’s nachts ontmoet in een bar en die aan hem zijn levensverhaal kwijt wil, een oorlogstrauma. Niko’s houding tegenover deze mensen geeft je het idee dat hij een goed mens is, dus kennelijk ligt het aan de maatschappij dat er nog maar zo weinig van hem geworden is. Of misschien moet hij, zoals hierboven staat, toch eindelijk eens volwassen worden?

Karaoke girl – Visra Vichit Vadakan – 77’
Karaoke is niet altijd voor iedereen even leuk. Omdat je te verlegen bent om te zingen. Of omdat je, zoals Karaoke Girl, gedwongen bent het publiek met meer dan alleen je stem te bevredigen. Deze gevoelige blik achter de schermen toont het leven van een escortgirl en de armoedige idylle waar ze vandaan komt.
Het is vaak geprobeerd en ook vaak mislukt: de vermenging van fictie en documentaire. De elegante mix van beide genres in deze film doet de vraag opkomen waarom hun verhouding vaak zo ingewikkeld is, want hier is het vooral heel natuurlijk.
Centraal in de film staat de Karaoke Girl, de echte en de gedramatiseerde in één persoon: Sa Sittijun. Escortgirl te Bangkok. Opgegroeid in een dorpje op het platteland en al op haar vijftiende uit werken gestuurd naar de grote stad. Ze werkt er drie jaar in een fabriek en concludeert dan dat het onderhouden van haar familie alleen mogelijk is als ze haar lichaam verkoopt. Op het moment dat de regisseur Sa ontmoet, is ze een karaoke-hostess met vier jaar ervaring.
De filmmaker en haar 'actrice' brachten eerst samen weken met elkaar door; pas daarna begon Visra Vichit Vadakan met het schrijven van een scenario over haar hoofdpersoon. Ze kende Sa inmiddels als haar eigen zus. Voor een intiem portret van een escortgirl is de film opmerkelijk discreet. Het gaat over dromen en gevoelens, niet zozeer over betaalde seks.
Visra, de jonge filmmaker en Sa, de escortgirl, worden vriendinnen, het laat zich moeilijk anders omschrijven. Ze maken in de film deel uit van elkaars leven. Visra volgt Sa op haar weg terug naar haar geboorteplaats en wordt opgenomen in de arme, maar warme familie. Sa stapt in de verbeeldingswereld van de filmmaker om haar eigen dromen vorm te geven. Een uniek amalgaam. Een eigen filmische formule.
Eigen indruk:
Een redelijke film. De beschrijving hierboven doet veel verwachten, maar dat wordt niet helemaal waargemaakt, vind ik. Je ziet eigenlijk ‘gewoon’ een film over een karaoke-meisje (zonder dat je veel karaoke ziet, trouwens, en ook enige expliciete scènes over wat de meisjes na de karaoke moeten doen), en dat is – hoewel een behoorlijke sociale misstand – niet overmatig boeiend. Het mooiste aan de film is waarschijnlijk dat de hoofdrolspeelster door/vanwege de film haar karaokeleven op heeft kunnen zeggen. En dat is natuurlijk heel wat waard.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten