Outside of a cat, a book is woman's best friend. Inside of a cat it's too dark to read


zondag 3 juni 2012

Het moordende testament – Jonathan Coe


Dit boek (449 p., vertaling Marijke Emeis) heb ik meegenomen van een bookcrossmeeting omdat ik dacht/hoopt dat het van dezelfde schrijver was als The terrible privacy of Maxwell Sim (zie mijn leesverslag op http://monalisa.weblog.nl/boek-verslag/the-terrible-privacy-of-maxwell-sim-jonathan-coe-2/ ). En dat bleek te kloppen. Dit is een eerder boek van Coe en ik vond het ietsje minder goed dan Maxwell Sim, vooral omdat het bepaald niet subtiel is, maar het boek steekt wel erg goed in elkaar en ik vond het erg leuk en interessant om te lezen. Leuk, omdat het vol zit met humor. Interessant, omdat het een aantal maatschappelijke misstanden op niet al te zachtzinnige wijze aan de orde stelt.
Het boek gaat over de familie Winshaw, volgens de flap “het gemeenste, inhaligste, wreedste stelletje mes-in-de-rug-stekers en schofterige centenschrapers dat ooit over het aardoppervlak kroop”. Dit zijn de
woorden van een van hen, Mortimer, en je ziet hier het gebrek aan subtiliteit (en helaas zijn de Winshaws desondanks niet de enigen op de wereld die aan deze beschrijving beantwoorden). Gelukkig is niet het hele boek zo kort door de bocht, want het verhaal wordt niet verteld door Mortimer, maar door Michael Owen, die door een andere Winshaw, Tabitha (zus van Mortimer) is ingehuurd om de familiegeschiedenis op schrift te stellen. Niet omdat ze zo trots is op die geschiedenis, maar omdat ze aan wil aantonen dat haar oudste broer, Lawrence, een jongere broer, Godfrey, heeft vermoord. Hoezo, vermoord? Godfrey, vliegenier,  is omgekomen in WO-II. Geen moord door Lawrence, dus, Tabitha is gewoon gek. Of toch niet? Die vraag wordt in dit boek beantwoord, maar niet dan nadat het ‘stelletje mes-in-de-rug-stekers’, dat wil zeggen, de kinderen van de hiervoor genoemde generatie Winshaws, vakkundig door Owen is geportretteerd. Waarbij zoal aan de kaak worden gesteld: de wapenhandel met Irak, de macht van de roddelpers, de kunsthandelaars en de bankiers, de corruptie van politici en de gewetenloosheid van de (voedings- en) vleesindustrie. Ruim voldoende voor een uitermate cynisch boek, waarbij nog het meest cynische is dat er zo ongeveer geen letter overdreven/onwaar aan is. Voor een gewoon mens staat het verhaal over de voedingsindustrie het dichtst bij, en voor een vegetariër natuurlijk het bloody obvious feit dat ook vlees een gigantische, gewetenloze industrie is geworden. Maar niet alleen het vlees, ook de rest van de voeding. Ergens zegt een van de Winshaws (ik meen Henry, de politicus) tegen een andere (ik meen Dorothy, de vleesmagnaat) dat het goed is om het (arme) volk aan de (goedkope) kant-en-klaar-maaltijden te krijgen, want daar zit veel suiker in, en suiker maakt dom. En wat is nu prettiger dan het volk dom houden?
Gelukkig worden de verhalen over de Winshaws afgewisseld door hoofdstukken over het leven van de tamelijk getroubleerde schrijver zelf. Hij leeft vereenzaamd op een flatje want heeft ruzie gemaakt met z’n moeder, maar wordt gelukkig uit zijn lethargie verlost door zijn buurvrouw Fiona. Teruggaand naar het verleden komen we ook nog schoolvriendinnetje Joan tegen, die als volwassene kamers verhuurt aan filmer Graham en schilderes Phoebe. Al deze personen blijken puzzelstukjes in het verhaal over de Winshaws, dat Owen/Coe uiteindelijk gruwelijk laat aflopen. Die afloop vond ik een beetje het bezwaar van het boek. Het is een soort over-the-top-horror, waar ik niet van houd. Een echte kenner had dat echter zien aankomen, want belangrijke passages van het boek gaan ook over films. Ten eerste en ten belangrijkste over What a carve up! (de Engelse titel van het boek), een film die, als ik het goed begrijp, hetzelfde verhaal vertelt als tweede deel van het boek. Wat me tot de conclusie leidt dat die film dan een soort ordinaire slasher moet zijn. Hm. Verder is van belang de film Met Gagarin naar de sterren (de oorspronkelijke titel ken ik niet, maar het zou zomaar A man has returned from space kunnen zijn). En dan wordt nog genoemd Le sang des Bêtes van Georges Franju, een realistische film over slachthuizen. En als een dwarsstraat Goldfinger, ofwel: gedoodverfd, maar dan letterlijk.
Hm, door het schrijven van dit leesverslag realiseer ik me nogmaals hoe uitstekend dit boek in elkaar zit. Misschien toch nog een keer overlezen? In ieder geval is het de moeite waar om het minstens één keer te lezen ;-)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten