Outside of a cat, a book is woman's best friend. Inside of a cat it's too dark to read


vrijdag 13 januari 2012

Oudejaarsavondmoord – Pim Hofdorp (251 p.)

Dit boek is een van de ‘topografische politieromans’ die Pim Hofdorp (volgens Wikipedia het pseudoniem van ene Wilhelm Gustave Kierdorff) over (hoofdzakelijk) Den Haag heeft geschreven. Elk boek speelt zich, naar ik aanneem, af in een andere buurt van Den Haag, en in dit boek gaat het zelfs om twee buurten: de Schilderswijk en Transvaal. Die wijken worden volgens mij ook nu nog meestal in één adem genoemd en enigszins als één geheel gezien, maar in de tijd waarin het boek zich afspeelt (halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw) was er wel verschil: de Schilderswijk was armoedig en was hard aan renovatie toe, in Transvaal was men ietsje beter af. Daarom mocht een meisje uit Transvaal van haar stiefmoeder geen contact onderhouden met haar tante en nichtje in de Schilderswijk, wat ze toch deed, en wat een rol speelt in de intrige van het boek. Die intrige behelst het oplossen van de op oudejaarsavond gepleegde moord door commissaris Aremberg. Zijn manier van speuren doet een klein beetje denken aan die van Sherlock Holmes – al meent de commissaris zelf dat hij aan Holmes niet kan tippen:  “De commissaris
zuchtte – in het volle besef, dat de uitleg van zulke ‘materiële aanwijzingen’ nooit zijn sterkste zijde was geweest. Neen… aan het vermogen, als van een Sherlock Holmes, om uit iemands handtekening af te leiden, dat hij zich twee dagen niet had geschoren… daaraan kon hij zelfs in de verste verte niet tippen!” (p. 80) Toch is Aremberg steeds druk aan het deduceren en redeneren, al doet hij dat nauwelijks aan de hand van materiële aanwijzingen die hij vindt, maar des te meer op grond van zaken die hij hoort of afluistert omdat hij voortdurend op het juiste moment op de juiste personen en flarden van gesprekken stuit. En dat komt dan weer omdat zijn manier van speuren ook iets weg heeft van die van Maigret: Aremberg gaat zoveel mogelijk de straat op, wil de sfeer van de buurt proeven en van het leven dat de mensen er leiden, en zo doordringen tot hun motieven. En op straat gebeurt van alles, want het zijn de roerige jaren zestig, de tijd van de nozems, in Den Haag de kikkers en de bullen, ofwel de Vaillants en de Vigilants genoemd. De kikkers uit Transvaal, de bullen uit de Schilderswijk, die net als in West Side Story en in de door Hofdorp verzonnen film de Sid West Story, elkaar bestrijden. Maar soms een gezamenlijk front vormen tegen de politie. Daarvoor vormt blijkbaar de Sid West Story een inspiratie, net als het ‘ik-boek’ dat degelijke burgers als Aremberg een wanproduct vinden vanwege de losgeslagenheid en de geweldsverheerlijking die erin plaatsvinden (is dat zo? om dat te achterhalen zou ik Cremer nog eens over moeten lezen). Al met al brengt dit wel mee dat Aremberg er op los filosofeert over de jeugd, de tijd, de degeneratie en het consumentisme die in de hand worden gewerkt door de groei van de economie en de reclame, enzovoorts, enzovoorts. Dat haalt de vaart er behoorlijk uit, wat een beetje jammer is omdat de intrige van het boek best goed is.
Maar veel meer dan door de intrige las ik dit boek met heel veel plezier doordat het zich afspeelt in mij ook vrij goed bekende wijken van Den Haag, waar ik al lezende ook steeds meer over te weten ben gekomen.  Zoals dat de Vaillantlaan niet is genoemd naar een inmiddels vergeten schilder, maar naar de wethouder die ooit het initiatief heeft genomen om de stad tot over de singelgrachten uit te breiden (p. 118). En zoals een mijmering over de Hoefkade: “Zoals hier op de Hoefkade met zijn vele cafétjes, kroegjes en slijterijen, waar nu dus zoveel geestrijk vocht werd getapt! Wat toch wel het laatste was, dat ooit voorzien had kunnen zijn door de brave dijkenbouwer, die hier al in de 15e eeuw, tussen Zieken en Westerbeek, deze dijk of ‘kade’ bouwde om ’s Graven weiland – het ‘Hofland’ – te beschermen tegen minder smakelijk vocht… tegen veenwater, doorsijpelend uit het toen nog onontgonnen veen. Heel geleidelijk aan, was dat veenland daarna ontgonnen. (…) Tot dat ogenblik had ook de grens tussen Den Haag en Rijswijk nog gelopen langs deze ‘kade’, waarvan de naam, toen al lang niet meer begrepen, van Hof- tot Hoefkade was verbasterd” (p. 127). En zoals dat Simon Carmiggelt in Den Haag is geboren, blijkbaar op de Loosduinsekade,  waar de De la Reyweg en de Paul Krugerlaan samen komen: “Wachten – já, dat deed trouwens ook de pui van deze hoekhuizen… Maar dan op de gevelsteen, die beslist toch eens zou komen vermelden, dat niemand minder dan de beroemde auteur Simon Carmiggelt hier in het bovenhuis het levenslicht had aanschouwd! Het was dan ook een bovenhuis met een erker, die een riant uitzicht bood op wat toen nog die oude Paul Krugerlaanbrug was, (…) nu het drukke, zesarmige verkeerskruispunt van Loosduinseweg en kade. Kon zo’n uitzicht – als geboortevertrek – iemand al vanaf zijn eerste levensuur zo’n eigen, aan kronkels rijke kijk op het leven hebben gegeven, zo vroeg Aremberg zich af.”(p. 163/164). En dan over de tuin waar ik aan het begin van mijn tweede ‘Haagse periode’ mijn fiets stalde en af en toe de zon opzocht bij gebrek aan balkon: “Was het óók in reactie op die beklemming der oudere Transvaalbuurt geweest, dat vlak hier achter, in de Scheepersstraat bij het Schalk Burgerplein, al kort na het aanbreken van de nieuwe en vrijheid belovende 20ste eeuw, het eerste in Nederland verrezen woningblok was verrezen met… een gemeenschappelijke tuin, óók voor de bovenhuisbewoners…? Nog altijd was die tuin van de straat af te zien: door een open ijzeren hek….” (p. 66). En, tsja, weemoedig is het dus ook om dit boek te lezen, want die tuin bestaat niet meer, en de huizen waar hij bij hoorde ook niet. Die zijn, zoals veel in Den Haag, platgegooid omdat de verwaarlozing die volgens Hofdorp al in de jaren zestig om sanering schreeuwde, pas in de jaren negentig werd aangepakt en dus niet tot herstel, maar slechts tot sloop heeft geleid. Voor nieuwe Hagenaars zal er dus veel minder herkenbaar zijn in dit boek. Jammer, want het is beslist onderhoudend en absoluut een mooie hommage aan Den Haag.

2 opmerkingen:

  1. Het klopt redelijk wat je schrijft. Helaas heeft Hofdorp(Kierdorff) nooit de 25 delen geschreen die hij van plan was. Het zijn er 18 geworden en wat losse essays, waar van de bekendste de dood van Pierlala is die op de Pier speelt. 3 van de 18 boeken spelen zich niet af in Den Haag maar Gouda,Voorschoten en Delft. In zijn laatste boek, als de eenden in de hofvijver, gaat de commisaris met pensioen. Door heel het verhaal heen proef je dat niet de commisaris, maar de schrijver de handdoek in de ring gooit door enerzijds de vele sloop, die het onmogelijk maken om nog zinnig te schrijven en naturlijkd de komst van de vele mensen met een andere cultuur, waardoor het Haagse op de achtergrond raakt en zeker niet meer grondstof kunnen zijn voor zijn boeken. Of het echt niet kan weet ik niet, maar na lezing van al zijn boeken die ook over mijn Den Haag gaan, moet ook ik concluderen dat Den Haag Den Haag niet meer is.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zijn er nog nieuwe boeken te koop en waar, van Pim Hofdorp ik ben er naar op zoek. Vorig jaar had de Vulpen op de Frederik Hendriklaan ze nog maar dat gedeelte is inmiddels ook weg. Graag uw reactie naar wilma_gompie#hotmail.com
    Vriendelijke groet
    Wilma Ebregt

    BeantwoordenVerwijderen