Dit boek (340 p.) werd een paar weken geleden enthousiast besproken in de Tros
Nieuwsshow door Arie Storm, en eigenlijk weet ik het onderhand wel maar ik moet
me er nog beter aan houden: zijn smaak is de mijne niet. Ik kreeg dit boek van
een collega voor bookcrossing. Het deed een belletje rinkelen dus ik googlede
even, en ja hoor: Arie was erg enthousiast. Proberen maar, dus. En het is
beslist een aardig boek, maar toch… In mijn IRL-leesclub had Natalie het over
een gebrek aan doorleesfactor toen het ging over Het oog van de stilte, en ik
vind dat eigenlijk wel een erg goed woord, een goed criterium. Het boek ont had
voor mij een lage doorleesfactor, en toch heb ik het uitgelezen. Waarom? Lage
doorleesfactor omdat de
plot, zo die er al in zit, zwak is en vaak op de
achtergrond raakt. Toch doorgelezen omdat de hoofdpersoon, Isebrand Schut, een
sympathieke figuur is. Hij is een maatschappelijke loser, zijn studie biologie
niet afgemaakt (anders dan Maarten ’t Hart houdt hij wel van het tekenen dat
daar onderdeel van uitmaakt – is dat echt nog steeds zo, of heeft Valens dat
aan ’t Hart ontleend?), ontslagen bij een soort belbedrijf, en bang voor z’n
post. Hij richt daarom ‘Man en post’ op, een praatgroepje waarin mannen met
zo’n zelfde ‘fobie’ elkaars post openmaken. Verder lukt het hem om in het
centrum van Groningen (waar het boek zich afspeelt, leuk) meneer van de
retirade te worden. De scènes die zich daar en daaromtrent afspelen vond ik de
leukste van het boek. De plaats van
handeling noemt Valens ‘metro’ en hoewel dat niet de echte naam is, bestaat de
plek blijkbaar wel degelijk: http://www.groningerarchieven.nl/schatkamer/bijzondere-archiefstukken/een-voorziening-voor-de-hoge-nood-van-passanten
Hier spelen zich wat mij betreft de leukste en aansprekendste scènes van het boek ont af. Isebrand spreekt daar met mede-Man en post-leden en denkt na over zijn leven en over hoe dat weer op de rails te krijgen. De stukken over Isebrand en organisatieadviseur Meckering, ex van Isebrands moeder en lid van Man en post, en zijn zoektocht naar het voorvoegsel ont zeiden me minder. Een beetje flauwekullig gedoe over woorden. Niet dat ik gedoe over woorden in z’n algemeenheid flauwekullig vind, maar Valens bakt er in dit boek weinig van. Doorleesfactor was in dit boek voor mij dus nieuwsgierigheid naar en mededogen met Isebrand, die door Valens heel overtuigend wordt neergezet. Maar als die man je niet interesseert, hoef je dit boek volgens mij niet te lezen.
PS: geen citaten dit keer, maar nog wel een linkje. Blijkbaar is niet alleen de metro maar ook de door Isebrand bewonderde GG Allin uit het leven gegrepen: http://en.wikipedia.org/wiki/GG_Allin
Geen opmerkingen:
Een reactie posten