Outside of a cat, a book is woman's best friend. Inside of a cat it's too dark to read


vrijdag 16 maart 2012

Een Nederlander in de wildernis – Luc Panhuysen

Zoals de ondertitel zegt: een boek (179 p.) over de ontdekkingsreizen van Robert Jacob Gordon (1743-1795) in Zuid-Afrika. Omdat ik indertijd zo genoten heb van The Mapmaker’s Wife begon ik er vol interesse aan, maar helaas vond ik dit boek een stuk minder pakkend. In het boek worden vier van de vijf reizen die Gordon heeft gemaakt beschreven (van de eerste was er, geloof ik, geen verslag) en nadat ik twee van de vier beschrijving had gelezen heb ik het boek langdurig weggelegd. Het toen toch maar weer opgepakt en toch uitgelezen, al bleef het lezen nogal moeizaam gaan. Ik denk dat dat kwam omdat het boek niet erg goed geschreven is. Soms gaat de schrijver binnen een alinea op – voor mij – onnavolgbare manier over op
iets dat bijna een ander onderwerp lijkt: “Een van de weinige verwijten die de kritische Vosmaer Gordon later zou maken was dat zijn observaties omtrent de hoorntjes volstrekt inadequaat waren. Het debat ging erover of ze permanent waren, zoals bijvoorbeeld de hoorns van de neushoorn, of dat de giraffe van tijd tot tijd zijn hoorntjes verwisselde zoals de herten hun gewei. Hiervoor was het belangrijk om te weten of ze van huid waren of deel uitmaakten van de schedel. Helaas was het giraffenvel van kapitein Wiltschut in slechte staat. Gordon probeerde de huid nog in water te laten wellen, maar ze was te verdroogd en rafelig om te bewaren.” (p. 108). Vóór deze passage staat dat Gordon het giraffenvel na ontvangst heeft onderzocht en dat hij op de hoogte was van de kwestie over de hoorntjes. Maar bedoelt Panhuysen nu dat plek van de hoorntjes  aan dit vel ontbrak? Dat is onwaarschijnlijk, want Gordon schrijft wel iets over de hoorntjes. Of bedoelt hij dat Gordon niet begreep wat het belang van de huid voor deze kwestie was? Wat hij bedoelt was,  en is me tot op heden, niet duidelijk. Verder zijn de zinnen soms gewoon krom: “Net als de trekboeren waren de Amerikaanse kolonisten blanke Europeanen die de strijd hadden aangebonden met de natuur en een oorspronkelijke bevolking van wilden. De Amerikanen waren eigenaars van slaven en werden net als zij uitgebuit door blanke overheersers:” Huh? De Amerikaanse slaveneigenaars net als de slaven uitgebuit door blanke overheersers? Maar nee, dat bedoelt Panhuysen niet: “zij door de Engelsen, de burghers in de Kaap door de Verenigde Oost‑Indische Compagnie.” (p. 162). Dus de eerste ‘zij’ zijn de burghers, de tweede de Amerikanen. Die werden uitgebuit (en dat de slaven en de zwarte Zuid-Afrikanen dat waarschijnlijk ook werden, daar gaat het nu even niet over  L). Enfin, het zijn geen ernstige fouten en de zorgvuldige lezer komt er wel uit, maar makkelijk weglezen is anders. Gelukkig werd het boek tegen het eind zelfs nog even spannend: Gordon blijkt – waarschijnlijk zijns ondanks – een verrader en het loopt slecht met hem af. Triest, dat gevoel krijg je wel als lezer, ook al was het boek niet aansprekend genoeg om Gordon echt leven in te blazen voor de lezer. Wat trouwens wél erg leuk is aan het boek, dat zijn de tekeningen van Gordon die erin zijn opgenomen: mooie kleurenplaten van prachtige, nauwkeurige tekeningen van dieren en planten die toentertijd nog een stuk exotischer waren dan nu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten